Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Het [1]volk, dat [2]in duisternis wandelt, zal [3]een groot licht zien; degenen, die wonen [4]in het land van de schaduw des doods, over dezelve zal [5]een licht schijnen. 1. Te weten, het volk Gods, zo in Juda als in Israel. 2. Dat is, onwetenschap, of in grote ellende. 3. Te weten, predikatie van het heilig Evangelie; Matth.4:13,16, ten tijde der verschijning van Christus in het vlees, gelijk af te nemen is uit vs.5. 4. Dat is, in het land waar het schrikkelijk duister is; dat is, in zeer grote ellende; zie Job 3:5. 5. Dat is, vreugde en blijdschap vanwege de zaligmakende kennis van God, hun oorsprong nemende uit de predikatie van het heilige Evangelie, zie Matth.4:15. Zie ook Ps.36:10.